Het Cruquiusgemaal. Droge voeten in de Haarlemmermeer

150 150 Novavita

Op een stralende dag, donderdag 23 maart, togen vijftien leden van Novavita naar de Haarlemmermeer om eens te horen te krijgen hoe dat nou zat met die inpoldering ooit. De rubberlaarzen mochten thuisgelaten worden. In het naastgelegen Theehuis stond eerst een kopje koffie klaar, met appelpunt en slagroom, waarna wij ons naar het Museum Cruquius begaven om door een uitstekende gids door de historie geloodst te worden. Buiten het gemaal werd ons uitgelegd waarom het noodzakelijk was dat de Haarlemmermeer drooggemalen werd.

Dat de belangen van de vissers en de inwoners van Leiden, Haarlem en Amsterdam verschillend waren is blijkbaar iets van alle tijden. En dat leverde bestuurlijke strijd op. Uiteindelijk was het koning Willem 1 die, na kennis opgedaan te hebben in het moderne industriële Engeland, de knoop doorhakte. De Haarlemmermeer moest worden drooggemalen met moderne pompen aangedreven door stoom uit grote kolengestookte ketels.

 

De heren Leeghwater, Lijnden en Cruquius (onder ons: hij heette eigenlijk gewoon Kruik) hebben hun namen aan de gemalen rondom het enorme water Haarlemmermeer gegeven – en de begrippen Waterwolf en Hellegat hebben voor ons nu ook geen geheimen meer.

De technici onder het gezelschap hebben hun hart op kunnen halen bij de ook voor leken duidelijke uitleg over zuigers, opvoerwerktuigen en verschillende soorten stoommachines, maar het hoogtepunt was natuurlijk het in werking stellen van de ”armen”: het werkt allemaal.

Een aantal leden besloot de ochtend met een prima lunch in het Theehuis, met allemaal de gedachte: hier komen we zéker nog een keer terug.

@H